De neuscorrectie van Sylvia: ervaring en verhaal
Nouveau columnist Sylvia Schaffrath (48) had een hekel aan haar neus en stapte naar de plastisch chirurg.
Het is drukker dan ooit bij cosmetisch artsen en chirurgen. Met dank aan alle Zoom-, Skype- en andere videomeetings waarbij we volop de gelegenheid hebben ons gezicht tot in het kleinste detail te bestuderen. Het resultaat: een lange wachtlijst voor ooglidcorrecties, een gladder gezicht en/of vollere lippen.
Want waarom zou je blijven rondlopen met hangende oogleden als het niet hoeft?
Steeds meer mensen besluiten tot een schoonheidsoperatie. Was het tien jaar geleden nog een taboe jezelf te verfraaien, nu kijkt bijna niemand er meer van op. Want waarom zou je blijven rondlopen met, bijvoorbeeld, hangende oogleden als het niet hoeft?
Omdat het merendeel van de mensen kiest voor een particuliere kliniek zijn exacte cijfers niet beschikbaar, maar per jaar vinden er in Nederland ongeveer 400.000 ingrepen plaats. Dat is inclusief botox en fillers, de zogenaamde ‘niet-chirurgische ingrepen’.
‘Mijn neus is groot, hoekig, puntig en heeft bovenin een bult’
Ik koos voor een neusoperatie. Al zolang ik me kan herinneren, heb ik namelijk een gruwelijke hekel aan mijn neus. Hij is groot, hoekig, puntig en heeft bovenin een bult. Zo rond mijn twaalfde werd ik me echt bewust van het ding. Ik kreeg ‘grappige’ opmerkingen als ‘Die neus komt eerst de hoek om, daarna jij’, of ze zeiden dat ik op een rat leek…
Mijn man weet niet anders dan dat ik mijn neus een lelijk ding vind. Ik klaag er altijd over en speelde al jaren met het idee van een neuscorrectie. Hij vindt dat niet nodig. ‘Het is jóúw neus, hij is mooi en hij past bij je,’ zegt hij. Maar hoe goed hij ook kan argumenteren, deze discussie wint hij niet. Ik zie wat ik zie.
‘Foto’s en profil bestaan simpelweg niet – daar zorg ik wel voor’
Op foto’s wordt mijn gezicht gedomineerd door mijn neus en foto’s en profil bestaan simpelweg niet – daar zorg ik wel voor. In groepen ben ik me continu bewust van mijn neus en draai ik constant zodat zo min mogelijk mensen de zijkant van mijn gezicht zien. Zelfs voor het stoplicht ben ik ermee bezig; als iemand naast me staat en ik merk dat die naar me kijkt, draai ik mijn gezicht weg. Ja, ik zie dat er mensen zijn met een nóg grotere, of hoekiger neus, of allebei. En ik ben oprecht blij voor ze dat zij er, schijnbaar, wel tevreden mee zijn. Maar ik ben het niet.’
Wachten op de grote dag
Afgelopen maart heb ik de knoop doorgehakt. Na me grondig te hebben verdiept in de diverse opties, klinieken en chirurgen maakte ik een afspraak bij de Maastrichtse MOOI kliniek. Met plastisch chirurg René van der Hulst, tevens hoogleraar en opleider, spreek ik uitgebreid over mijn beweegredenen, de risico’s, de voor- en nadelen en de behandeling. Ook bekijkt hij mijn neus van binnen en buiten om te bepalen of een correctie überhaupt mogelijk is.
Ik word gelukkig ‘goedgekeurd’. Daarna moet ik op de foto. En profil. Van dichtbij. Ai. Tot slot zegt Van der Hulst dat ik alles vooral rustig moet laten bezinken en het daarna kan laten weten.
Na uren googelen, tegen mijn man aanpraten en nog een telefoongesprek met de kliniek ben ik eruit: ik ga het doen. Nu is het wachten op de grote dag.
‘Ik vraag me af hoe lelijk mijn neus nu écht is. Is het echt ‘operatie-lelijk’?
Dat wachten duurt maar liefst 83 dagen. Dat helpt niet. Opeens denk ik: waarom wil ik dit eigenlijk? Ik vraag me af hoe lelijk mijn neus nu écht is. Is het echt ‘operatie-lelijk’ of ‘gewoon-beetje-lelijk’? Wat als ik het resultaat niet mooi vind?
En de ingreep is niet niks, is me verteld. Ik ga onder volledige narcose. Ik krijg tampons in mijn neus, 24 uur lang. Ik mag zes weken niet sporten, zes weken geen bril op mijn neus. Een week niet bukken. Mijn neus blijft een maand of vier extreem gevoelig. Drie weken geen make-up. Geen facials, niet scrubben.
‘Je wilt echt niet niezen door je nieuwe, übergevoelige neus’
En: niezen door je mond. Je wilt echt niet niezen door je nieuwe, übergevoelige neus, want dat kan nabloedingen veroorzaken. Maar hoe dan wel? Het blijkt heel eenvoudig: als je je mond opendoet, gaat het vanzelf.
Wil ik dit echt? Ja. Maar evengoed ben ik zenuwachtig. En waarom vertel ik het bijna niemand? Het is niet alsof ik iets illegaals ga doen. Toch ben ik bang voor de reacties. ‘Hoe oppervlakkig kun je zijn?’ ‘Heb je geen echte problemen?’ Ik baal van deze gedachten. Want ook al vinden mensen er van alles van, wat maakt dat uit? Ik doe dit voor mezelf.
‘Mensen met hartfalen, een blindedarmontsteking, díe hebben een operatie nodig’
Toch vind ik het niet leuk om uitgemaakt te worden voor oppervlakkig. En ik heb geen zin meer in het eeuwige ‘Je moet tevreden zijn met jezelf zoals je bent’. Ik heb geen zin om mezelf te moeten verdedigen.
Aan de andere kant: ik begrijp dit soort opmerkingen ook wel weer. Mensen met hartfalen, een blindedarmontsteking, die hebben een operatie nodig. Mijn neuscorrectie is medisch gezien niet noodzakelijk.
Dag van de neuscorrectie
Eindelijk breekt de dag van de operatie aan. Ik ben zenuwachtig, maar snel onder zeil. Terug op de afdeling is het tijd voor een selfie, we leven immers in 2021. Dat ik de up-close-and-personal foto deel met mijn man vind ik logisch en niet spannend, maar een minuut later stuur ik hem ook naar Nouveau, omdat ik al weet dat ik er een artikel over wil schrijven. Ik merk dat ik blij word. Ik heb een nieuwe neus!
’S avonds voel ik me alsof ik snotverkouden ben en ik zie eruit als Hannibal Lecter’
’s Avonds voel ik me alsof ik snotverkouden ben en ik zie eruit als Hannibal Lecter, maar ik heb geen greintje pijn. De tampons in mijn neus zijn wel echt heel vervelend.
Mijn keel voelt rauw van de zuurstofintubatie, waardoor ik veel hoest. Maar hoesten betekent druk op mijn hoofd, en dus ook op mijn nieuwe, o zo kwetsbare en gevoelige neus. Mijn menu bestaat uit diverse kleine porties slagroomijs. Zacht, zoet en koud, dat helpt.
Onvermoede bijverschijnselen
Kauwen gaat niet zoals normaal. Het voelt een beetje als na ‘groot onderhoud’ bij de tandarts, met stijve, zware kaken en verdoofde lippen als aandenken. De bestelde sushi gaat niet met stokjes, maar in kleine stukjes en met de vingers naar binnen. Dit duurt een dag of vier. Tanden poetsen gaat ook niet lekker. De elektrische borstel ruil ik maar in voor een ouderwetse, maatje S. Mijn mond gaat amper open en ik moet echt voorzichtig poetsen. Mijn haar wassen is er de eerste week niet bij, dus zoek ik mijn heil bij een droogshampoo. Lees hier meer over het herstel na een neuscorrectie.
Maar dan. Na een week mag het gipskapje eraf. Dit is nu mijn neus! En ook al zie ik de bonte plekken op mijn gezicht, en is ie nog dik, ik vind ’m nu al zó mooi!
‘Ik heb dit voor míj gedaan en ik ben er ongelooflijk gelukkig mee’
Mensen die me met enige regelmaat zien, merken mijn nieuwe neus niet op. Dan kun je je natuurlijk afvragen of ik het voor niks heb gedaan.
Het antwoord is nee. Want aan alle (pseudo-)psychologen die het hebben over ledigheid en oppervlakkigheid: ik heb dit voor míj gedaan en ik ben er ongelooflijk gelukkig mee. Ik hoefde geen perfecte neus, ik wilde gewoon een normale neus. Een die bij mijn gezicht past. En die heb ik nu.
Deze reportage heeft eerder in de printeditie van Nouveau gestaan (c) 2021. Volg Sylvia op Sylvia.nl
Sylvia
Geregeld zul je hier een blog vinden van onze plastisch chirurgen. Wil je automatisch een bericht krijgen bij een nieuwe blog? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.